Behandeling Carpaal Tunnel Syndroom
De beknelling van de zenuw bij het carpaal tunnel syndroom kan zowel operatief als niet-operatief behandeld worden:
niet-operatieve behandeling
Om lichte klachten te verminderen, kunt afwachten of tijdens de nacht een spalk dragen. In enkele gevallen kan gekozen worden voor een injectie met ontstekingsremmers.
Operatieve behandeling
Als de klachten en de uitkomsten van het zenuwonderzoek passen bij het carpaal tunnel syndroom, wordt een operatie geadviseerd. Dit is een kleine poliklinische operatie met locale verdoving. De ingreep duurt ongeveer een kwartier. Er wordt een kleine snee aan de handpalmzijde van de pols gemaakt. Hierbij maken we de stugge band (het carpale ligament) van de carpale tunnel open zodat de beknelde zenuw weer ruimte krijgt. Als de operatie klaar is wordt de wond gesloten met hechtingen en krijgt u een drukkend verband.